Een jaar of vijftien geleden was ik op bezoek in mijn geboortestad, waar ik al heel lang niet meer woon. Ik was in de buurt van mijn ouderlijk huis en besloot aan te bellen. Ik legde aan de bewoonster uit dat ik in dit huis was opgegroeid en dat mijn moeder het had ontworpen en had laten bouwen terwijl mijn vader op zee was. Ik vertelde haar dat mijn broers, zus en ik goede herinneringen aan het huis en aan de buurt hadden. Ze liet ons binnen, ging ons voor naar de woonkamer en zei: “kijk rustig rond hoor. Ik moet even de hond uitlaten, maar ik ben zo weer terug.” Ik dwaalde een beetje verdwaasd door het huis. Wandelde door de keuken waar ik door mijn oudere broers en zus in de hoge rieten wasmand werd gezet als ik in de weg liep tijdens het afwassen. Ik liep door naar de woonkamer met de open haard waar ik met Sinterklaas mijn schoen zette en stond stil op de plek waar ik op mijn buik op de grond voor de tv lag om voor dertigste keer Mary Poppins te kijken. Door naar boven: mijn slaapkamer waar ik stiekem de hamster van mijn zus door het poppenhuis liet lopen; overal keutels natuurlijk. En niet te vergeten de tuin, waar mijn vader met luilak – wanneer de kinderen uit de buurt ’s ochtends vroeg met zeep op de ramen schreven – ineens om 05.00 uur ’s ochtends het onkruid zat te wieden. Zoveel herinneringen; mooie én verdrietige. Maar lopend door een groot deel van mijn jeugd werd het me duidelijk dat dit bezoek me niet bracht wat ik verwacht had. Alles was anders. In mijn herinnering was het veel groter en de kamers zeiden me niets meer. Het was nog goed herkenbaar, maar het was ons huis niet meer.
Vanmorgen appte mijn broer naar onze groepsapp een link naar een huis op Funda. Het bleek mijn ouderlijk huis te zijn. De huidige bewoners hebben het stijlvol, maar onherkenbaar verbouwd. Hier en daar zie ik op de foto’s de contouren van plekken die me bekend voorkomen. We grapten in de broers- en zussenapp dat we het maar met z’n vieren moesten kopen. Dat gaan we natuurlijk niet echt doen, maar het idee gaf me even de kans om weer terug te halen wat we hadden. Mijn ouders leven niet meer en het schoot door me heen dat ik zo heel graag naar ze had willen zwaaien terwijl ze achter het keukenraam staan dat ik nu op Funda zie. Op 1,5 meter afstand natuurlijk. Mijn moeder zou dan weer – net als vroeger – met haar ring op het keukenraam tikken om onze aandacht te trekken, terwijl mijn kinderen met stoepkrijt op de stoep schrijven dat hier de liefste opa en oma van de wereld wonen. Het liep anders; met hen en met ons. God had andere plannen en die plannen zijn goed. Ik hoef niet terug naar het verleden voor mooie herinneringen. Die zitten niet in het huis, maar in mijn hoofd en in mijn hart. En met onze blik op de toekomst gericht maken we er hopelijk nog heel veel bij.
Bron: https://www.generatio.nu/nl/71/Blog/77/Huis_vol_herinneringen