“Niet aan de tafel likken!” Sinds ik kinderen heb zeg ik dingen waarvan ik nooit had verwacht dat ik ze ooit zou zeggen. Gisteren nog: “niet je lepel tussen je tenen stoppen!” en “geen vingers in elkaars oren steken” En dat allemaal in een tijdsbestek van twee minuten. Pedagogen zouden me vast verbeteren. Het is beter om kinderen te vertellen wat ze wel moeten doen in plaats van wat ze niet moeten doen. Dus dan zou “niet aan de tafel likken” iets worden in de trant van: “hou je tong maar in je mond”. Geen enorme verbetering in de categorie zinnen waarvan ik nooit had gedacht ze ooit uit te spreken. Voor de hersenen van mijn kroost is het schijnbaar wel makkelijker te begrijpen en op te volgen. En om dat laatste gaat het me natuurlijk.
Ik daag je uit: probeer het eens een dag. Mijn record van een uur of twee lijkt ogenschijnlijk makkelijk te kloppen, maar ga er maar eens aan staan op een warme zaterdagmiddag waar het langzaamaan richting bedtijd gaat. Let maar eens op hoe gemakkelijk je vervalt in negatieve termen; niet aankomen, niet zo zeuren, niet doen, niet mee bemoeien, niet meer je bed uitkomen nu, niet binnen met die bal. Het vergt flink wat oefening om hier automatisch een positieve variant van te maken. En ergens verzet ik me er ook een beetje tegen. Ze moeten tenslotte ook gewoon niet aan de tafel likken en als ik zeg dat je niet met je modderschoenen naar binnen mag lopen, dan mag dat gewoon niet.
Let maar eens op hoe gemakkelijk je vervalt in negatieve termen; niet aankomen, niet zo zeuren, niet doen, niet mee bemoeien, niet meer je bed uitkomen nu, niet binnen met die bal.
En toch….Buiten het feit dat het – bij ons tenminste – niet werkt om negatief te formuleren lijkt het onze kinderen alleen maar te stimuleren tot iets waarvan ik juist niet wil dat ze het doen. Het woord “niet” horen ze maar moeilijk. “Binnen met de bal? Dat is een goed idee!” En daar gaat oma’s vaas. Maar het grootste nadeel vind ik dat het ongemerkt en heel geniepig aan de sfeer in huis vreet. Zo kan ik einde middag al wel eens aftellen naar de tijd dat ik ze met goed fatsoen naar bed kan sturen. Waar mijn moeder het in mijn ogen redde met een enkel “wee je gebeente” waarop je je snode plannen snel staakte, voel ik me zo af en toe een uitgebluste politieagent. En dat vermoeiende zit hem voor mij vooral in de negatieve spiraal waarin je op sommige dagen met elkaar terecht kan komen. En ik kan van mijn kinderen niet verwachten dat ze daar uitklimmen. Daar hebben ze onze begeleiding bij nodig. Voor mij helpen daarbij twee dingen: bidden om geduld en me de kracht van mijn woorden goed realiseren; positief formuleren dus. Best hard werken soms, maar bidden en werken is een gouden combinatie.
Voor mij helpen daarbij twee dingen: bidden om geduld en me de kracht van mijn woorden goed realiseren; positief formuleren dus.
Terwijl ik dit schrijf zie ik vanuit mijn ooghoeken met mijn mama-super-power-ogen mijn knutselende zoon de schaar in zijn hand onnadenkend richting zijn hoofd heffen. “Niet zo dicht met de schaar bij je haren!” Oké, niet positief geformuleerd, maar wel een kapsel gered.
Bron: https://www.generatio.nu/nl/71/Blog/64/Niet_aan_de_tafel_likken!